Onlangs bezocht ik samen met mijn zoon en gewapend met mijn fotocamera de Vreugderijkerwaard. Dat is een prachtig stukje natuurgebied langs de schitterende IJssel. Mijn zoon had zijn pas gekochte verrekijker mee. Hij heeft er een nieuwe hobby bij. Vogels spotten. Samen observeerden we vanuit een vogelkijkhut de fraaie waterplas. En in onze vogelboekjes zochten we op welke vogels er allemaal zongen, zwommen, spetterden en rondvlogen. Het was een bont gevederd gezelschap van zwaluwen, ganzen, futen, eenden en wat al niet meer.
Vanuit het vogelhutje hadden we prachtig zicht over deze vogelplas. In de verte daalde de zon achter Zalk met zijn spitse kerktoren. Ik raakte niet uit-gefotografeerd. Het leverde bijzondere fotobeelden op.
Kijk naar de vogels. Daar kun je rustig en blij van worden. Het is een haast meditatieve manier van leven in het hier en nu. Even alles vergeten. Het komt mij voor dat in deze coronatijd veel mensen naar buiten gaan om de natuur te her-ontdekken. Of je daar nou een camera, verrekijker, hengel of wandelstokken voor nodig hebt, is bijzaak.
‘Let op de vogels, kijk naar de leliën in het veld’...wie zei dat ook alweer? Onze leermeester Jezus ging ons daarin 2000 jaar geleden al voor. De Geest van Jezus nodigt ons met dit advies bij wijze van spreken nog altijd uit om in tijden van zorg en nood onszelf even opzij te zetten. Een oefening in zorgeloosheid en levenskunst. De filosoof Søren Kierkegaard legde dat eens zo uit: ‘Ten diepste is het zwijgen van de lelie en de vogel eerbied voor God.’ Dat vind ik treffend gezegd. Het gaat hier om liturgie in de buitenlucht. Contemplatie vanachter de camera en verrekijker.
Ja, en zo spot ik via de vogels in de Vreugderijkerwaard in één adem de duif die met Pinksteren weer naar ons toevliegt. En ik zing heel zachtjes al een hoopgevend Pinksterlied:
Zij zit als een vogel, broedend op het water,
onder haar de chaos van de eerste dag;
zij zucht en zij zingt, moeder van de schepping,
wachtend op het woord totdat zij baren mag.
Zij zweeft boven zee, zweeft boven de bergen,
zoekend naar een plaats onder de hemelboog;
zij rust in de schoot, wachtend op het wonder
dat zich daar ontvouwt, verborgen voor ons oog.
Want zij is de Geest, een met God in wezen,
gift van de Verlosser aan zijn aardse bruid;
de sleutel is zij, toegang tot de schriften,
vogel uit de hemel, witte vredesduif.
Reactie plaatsen
Reacties
Mooie gedachten Hans, ik ben geen vogelaar maar ga er graag met de camera oprit. Kijkend naar een slak in de tuin (vanmorgen) ben ik even helemaal los van de beslommeringen in het heden (dat eigenlijk de eeuwigheid is, want het is altijd heden).
Het lied waarmee je afsluit zongen we onlangs in de kerk hier in Parijs, prachtig! Bedankt voor je blog, ik reageer eigenlijk nooit maar lees ze wel geregeld!
Groeten, Johan